Eens in de zoveel jaar komt er echt iets vernieuwends voorbij, een uitvinding waarvan je denkt ‘dat heb ik echt nog nooit gezien!’. Dat geldt voor industrieel ontwerp, mode, auto’s en veel meer. Op een goed moment in de tijd zijn alle ideeën al bedacht.

Daarom circuleren trends ook door de jaren heen. Dan weer wijde pijpen, dan weer skinny jeans. Denk aan de jaren ‘70 met oranje en bruin, en de huidige overwegend rustige en natuurlijke kleuren. Geometrische versus ronde vormen, en ga zo maar door. 

Wel is het mooi om te zien dat niets ooit exact terugkeert zoals het was… Elke woonstijl heeft een herkenbaar ‘tijds label’ dat je er blind op kan plakken. Zo is een retro interieur natuurlijk een knipoog met heimwee naar die vroegere stijl, maar dat vertaalt zich vandaag de dag in kleuren als oker, terracotta en groen variaties. 

Dit zijn de belangrijkste hoofdstijlen:
Industrieel: de industriële woonstijl heeft veel grijstinten, aangevuld met zwart. Tegenwoordig is er een variatie op kleurgebruik in de soft loft style met pasteltinten. Metaal, beton en grafisch, strak design overheersen.
Klassiek: denk niet per se meteen aan barokke ornamenten (mag wel) maar ook aan stoere pronkstukken met een verleden. Rijke stoffen, velours, en dito kleuren.
Landelijk/romantisch: karaktervolle, natuurlijke en robuuste materialen. Kleur mag als accent; van pastels tot oker, blauw en rood bijvoorbeeld. Natuurlijke florale dessins.
Basic woonstijl: rustig, naturel, licht, leeg en ruimtelijk, echt minimalistisch dus.
Vintage/retro: grijs, okergeel, groen. Tweedehands vondsten, een mix van materialen en vormen. Dessins mogen!
Modern/design: een modern interieur is strak. Een design interieur is strak met design meubels. Beide stijlen lijken op elkaar. Lichte kleuren en zwart wit tinten overwegen. Al kan de moderne woonstijl een steunkleur gebruiken.

Echte interieur designers verstaan de kunst van het meebewegen met de laatste overkoepelende trends, en creëren zo variaties op bestaande woonstijlen.